Vier eeuwen Goudsche Pijpenindustrie. 
Ruim 50 jaar zoeken naar kleipijpen/pijpenkoppen en wroeten in de grond in en rond de stad Gouda

Gouda  is tussen het 1e kwart van de 17e eeuw  tot aan de vijftiger jaren van de 20e eeuw een belangrijke productieplaats geweest van kleipijpen. Vele tientallen (of wellicht honderden) miljoenen kleipijpen zijn door honderden pijpenproductiebedrijven vervaardigd (het hoogtepunt van de pijpenproductie  lag omstreeks 1730).  Niet alleen voor inlands gebruik werden kleipijpen gemaakt, maar met name voor de export. Omdat kleipijpen uiterst breekbaar zijn was er al tijdens het productieproces behoorlijk wat breuk. Pijpenmakers hielden er rekening mee dat tijdens  het produceren van kleipijpen ongeveer 10% van de pijpen mislukte. Veel van deze breukpijpen zijn als afval gestort, zowel binnen als buiten de stad Gouda. Vrijwel overal in de Goudse bodem tref je  sporen aan van de Goudse pijpenindustrie in de vorm van pijpfragmenten, al dan niet gerookt. In deze vertelling wil de schrijver wat dieper ingaan op de belangrijkste locaties waar grote aantallen pijpenkoppen zijn gevonden.


Fraai versierde kleipijp. Rondom de pijpenkop staat staat de tekst: DE GECOMI : IN DE STAT . GENERAAL.
2e helft 18e eeuw. Bodemvondst Burgvlietkade langs de Breevaart in Gouda.


Stadsvernieuwing stad Gouda

De periode 1975 - 1988 kenmerkte zich door de grote stadsvernieuwing in de stad Gouda, waarbij complete straten in stadswijken zowel binnen als buiten de stadswallen werden gesloopt om plaats te maken voor nieuwbouw. Panden werden met draglines gesloopt, de aanwezige funderingen verwijderd, het vrijkomende puin en de bovengrond van tuinen werd afgevoerd naar twee geluidswallen. Een lag er in de Goudse wijk Bloemendaal, en de andere vlak bij het huidige Reeuwijkse Hout. Veel puinafval is ook vervoerd naar de Krimpenerwaard waar er sloten mee werden dichtgestort. In die periode zijn veel pijpenvondsten     gedaan, hetgeen niet zo verwonderlijk was, want de plek van de stadsvernieuwing betrof juist vooral de oude stadslocaties waar vroeger veel pijpenfabrieken waren gevestigd.

Grospenning met aan de ene kant een vogel, aan de andere kant het jaartal 1823. Bodemvondst Gouda.

Grospenningen 18e/19e eeuw. Het stadswapen van Gouda en een springend paard met het initiaal IW.


Buiten de stad Gouda zijn in de periode van stadsvernieuwing (1975-1980) ook veel vondsten gedaan. De opgeworpen geluidswallen langs de Rijksweg A12 in de polders Bloemendaal en Reeuwijk waren locaties waar veel te vinden was. Want veel afgegraven grond en puin, afkomstig van de stadsvernieuwing van afgebroken huizen en afgegraven tuinen  werd naar deze geluidswallen getransporteerd.      


Een fraai gedecoreerde 18e eeuwse  Goudse kleipijp, een zgn. Oranjepijp. Bodemvondst polder Bloemendaal bij Waddinxveen.


Nog een paar fraai gedecoreerde 
18e eeuwse   Goudse pijpenkoppen

De uitbreiding van de stad Gouda met de wijken Bloemendaal, Achterwillens en Goverwelle ging gepaard met veel grondverzet. Ook hier zijn op tal van plaatsen vondsten gedaan waaronder nogal wat stortplaatsen met kleipijpenmateriaal van pijpenfabrieken In verschillende graslandpolders die als recreatiegebied werden ingericht zijn in omgeploegde percelen waar bos werd geplant veel pijpenkoppen gevonden. Ook zijn er veel bodemvondsten gedaan in graslanden die werden omgeploegd om er tuinland/boomkwekerij van te maken


De verschillende vondstcomplexen in en rond de stad Gouda

Juist in de periode van de grote stadsvernieuwing (1975-1985) in Gouda, waarin door enkele particulieren vanuit hun hobby archeologisch onderzoek werd uitgevoerd, was er nauwelijks sprake was van enige wetenschappelijke aanpak. De Archelogische Vereniging Golda bestond toen ook al, maar zat net in een fase dat er maar weinig actief veldonderzoek werd gedaan. Van de vondsten die werden gedaan is in die periode vrijwel niets op papier vastgelegd, en pijpenstorten werden toen nog niet in zijn geheel geborgen. Onderstaande gegevens over belangrijke concentratiepunten van vondstplaatsen van archeologisch belangrijk materiaal moesten in belangrijke mate uit het geheugen worden opgediept. Desondanks  is er een aardig compleet beeld ontstaan. Er is een splitsing gemaakt tussen vondstcomplexen binnen de stadswallen van Gouda, dus in de oude kern, en vondstcomplexen daarbuiten.



Vondstlocaties binnen de stadswallen van Gouda

Gouda, Drapiersteeg en omgeving

Zeer rijke stortplaats, vele duizenden pijpenkoppen van tal van Goudse pijpmakers. Waarschijnlijk hebben pijpmakers die hun bedrijf aan de Raam hadden hier jarenlang hun afval gestort. Diverse 17e, 18e en 19e eeuwse pijpenstorten van onder meer Van Duin, Arie van der Kleijn e.a. Een zeer grote pijpenstort van B. van der Maas, een pijpenmaker die veel van zijn pijpenmallen later heeft door verkocht aan de Goudse pijpenmaker P.Goedewaagen& Zn.. Onderstaand een kleine fotoserie van  de kleipijpen van B. van der Maas.



Gouda, Regentesseplantsoen

Stort Sparnaay 19e eeuw met verschillende niet eerder aangetroffen bewerkte kleipijpen.

Mercurius-Neptunes 
Datering: tweede helft 19e eeuw. Pijpenmaker F.Sparnaay te Gouda
De gravering van de voorstelling op deze kleipijp is tamelijk gedetailleerd  uitgevoerd. Overigens is  deze pijp w.s. 
maar in klein aantal vervaardigd, hij is als bodemvondst nauwelijks bekend.


Gouda, Voormalig politiebureau Houtmansgracht

17e eeuwse stort met barok- en jonaspijpen en veel andere materiaal als aardewerk, glas en metaal. De vrijkomende puin en grond zijn in Stolwijk bij een boer op het land gestort. 

Zilveren munt jaartal 1686  

Barokpijpje met franse lelie en tudorroos. 17e eeuw.   


Gouda, Spieringstraat.    

Hier is een nieuwe brug gebouwd, waarvoor een deel van de gracht is drooggelegd. De gracht bevatte vondsten vanaf de 14e t/m eind 20e eeuw.  18e Eeuwse stort en zeer veel los gerookt materiaal uit de 17e, 18e en 19e eeuw. Daarnaast heel veel aardewerk, 17e eeuwse spelden, glas, metalen. Gracht is uitgebaggerd en de specie is afgevoerd naar de geluidswal in Bloemendaal. 

Tegel met een akelei in kleur met insect op de bloem.
17e eeuw


Gouda, Nieuwe Haven

18e eeuwse stort zijmerkpijpen, merken MOL en man op de kwakel. Het ging hier om verontreinigde grond van een drukkerij.      


Gouda, Tuinstraat


Los pijpenmateriaal 17e en 18e eeuw in de tuinen tegen de singel aan.  Hier werd ook de oude stadswal aangetroffen, maar die is verwijderd. 18e eeuwse stort van zijmerkpijp in kelder huis. In de funderingen van woningen die gesloopt zijn veel tegels o.a. vervaardigd bij het Goudse bedrijf de Swaen. Veel pijpenkoppen bij de vervanging van het hoofdriool in de Tuinstraat zelf, maar geen goed beeld van de vondsten.


 Gouda,Raam.


Dempen gracht.   Omstreek 1960 is zeer veel pijpenmateriaal aangetroffen. Een deel ervan is voor GOLDA beschreven door Lia Schouten. De bagger uit de gracht is afgevoerd naar een boer bij Gouderak.  Langs de Raam zijn in de loop der jaren nogal wat panden gesloopt. Veel Goudse tegels gemaakt door de Swaen gevonden, en verder vrij veel pijpenmateriaal. Geen goed beeld meer over het pijpenmateriaal. 

De vondsten gedaan bij de Koningshof zijn wel vrij goed beschreven door Golda.


Gouda, Varkensmarkt, Robaarsteeg

Een heel groot complex, waar in de loop der jaren zeer veel bodemvondsten zijn gedaan w.o. ook 17e t/m 19e eeuwse pijpenkoppen. Golda heeft in de voormalige kazerne een grote pijpenstort verzameld


VONDSTLOCATIES BUITEN DE STADSWALLEN VAN GOUDA

Het Weegje bij Waddinxveen

Gedempte Kromme Gouwe is plaatselijk  vergraven bij de aanleg van bos. Stort pijpenfabriek Verzijl 18e eeuw, stortmateriaal diverse 17e, 18e en 19e eeuwse Goudse pijpenmakers. Veel ander stortmateriaal o.a. 17e en 18e eeuwse vondsten zoals glas, aardewerk, bot en metaal.   


Polder Bloemendaal, Gemeente Gouda


Nieuwe stadswijk. Dit polderdeel had een zeer rijk toemaakdek (onder de zandopspuiting verdwenen). Goedewaagenstort uit de 19e eeuw, stort vroeg 17e eeuws materiaal waaronder veel barok, stort Verzijl 18e eeuw. Daarnaast zeer veel los materiaal wat werd gestort voor bodemverbetering(zgn. toemaakdek).  De graslanden bij de voormalige witlofkwekerij Both in het wijkdeel Bloemendaal waren bekend om de vele pijpenkoppen die er te vinden waren. Ook onder het zand verdwenen is een grote vuilnisstort, waar de Gemeente Gouda vroeger zijn huisvuil heeft gestort. Hier zijn tijdens graafwerk veel andere archeologische vondsten gedaan.    

18e eeuwse kleipijp met een eenhoorn en een leeuw rondom een wapenschild.


Geluidswal in wijk Bloemendaal, Gemeente Gouda.


Hier ging veel puin en grond naar toe afkomstig uit de Binnenstad. Duizenden pijpenvondsten w.o. veel stortmateriaal van fabrieken, maar ernstig verstoord door het vele transport en verschuiven van de grond door draglines op de geluidswal. Ook veel vondsten afkomstig uit oude riolen, oude grachten en grond afkomstig van afgegraven tuinen uit de binnenstad van Gouda. Stukken van de verwijderde oude stadsmuur uit de Tuinstraat zijn hier ook gestort. Een belangrijk deel van het rijke bodemarchief van Gouda is op deze plaats terechtgekomen.      

17e eeuwse blompottegel

Kleipijpen met teksten. Omstreeks 1800.


Graslanden ten zuiden van Reeuwijk Dorp in de polder Reeuwijk 

 Vroeg 17e eeuwse stort met o.a. fraai versierde Barok- en Jonaspijpen. Bij werkzaamheden op een paar  graslandpercelen werden enkele tientallen barokpijpjes gevonden tezamen met  ander pijpmateriaal waaronder diverse kleipijpjes van de 1e generatie (1590-1615).

17e eeuwse barokpijpjes waaronder rechts een zgn. pauwenpijpje


Polder Achterwillens, nieuwe stadswijk Gouda (stortplaatsen onder de zandopspuiting verdwenen)  

 

Dit nu bebouwde polderdeel werd vroeger de Aschpot genoemd. Hier is in de 19e en vroeg 20e eeuw zeer veel huisvuil gestort door de stad Gouda. In diepe sleuven in het grasland   gegraven ter voorbereiding van het opspuiten met zand voor huizenbouw, bleek een laag huisvuil van ca. 1meter dik aanwezig te zijn. De vondsten daarin waren geconcentreerd uit de 19e eeuw.   

  Grospenning man in de kan met initiaal IDI.
18e eeuw.

Zeilschip en anker 19e eeuw


Polder Achterwillens, Gemeente Gouda

Het betreft het natuur- en recreatiegebied De Goudse Hout. Stortgebied van zeer veel kleipijpenmateriaal uit de 19e eeuw o.a. v.d. Want, Goedewaagen, Van Duin, Sparnaay. Maar daarnaast ook veel afval uit de 17e en 18e eeuw van diverse pijpenmakers.

Grospenning met de afbeelding van Koning Willem III

Graven naar Goudse kleipijpen op een grote stortplaats langs de Achterwillense Weg in Gouda. Er staan nu nieuwe woningen.

Grospenningen die gebruikt werden bij de Goudse pijpenfabriek
van P. Goedewaagen. Omstreeks 1900.

Zeldzame 18e eeuwse pijpenkop met soldaten


Ridder van Catsweg/hoek Bloemendaalse Weg 

      

Pijpenstort uit de 18e eeuw afkomstig van diverse pijpenmakers.  

Rex Pruysen 18e eeuw. Exportpijp voor Duitsland.


Voormalige Molenplaats bij het sluisje aan de Breevaart

Gemengde 19e eeuwse stort Goedewaagen en Van der Want   

Gezichtspijp in rode uitvoering gemaakt bij Goedewaagen.Omstreeks 1880.


Kattensingel in Gouda

Pijpenstort Sparnaay 19e eeuw.         


Jaagpad in Gouda

Stort bij de voormalige pijpenfabriek van Goedewaagen 19e/20e eeuw. Zeer veel pijpenmateriaal gevonden in de voormalige turfschuur. 

Grospenningen met nummers via stempeltechniek. 20e eeuw. P. Goedewaagen.

Kleipijp met een eekhoorn. Omstreeks 1900. Pijpenfabriek P. Goedewaagen.


Bockenbergstraat, wijk Kort Akkeren, Gouda Stort

Goedewaagen 20e eeuw, vooral doorrokers. De tuin was letterlijk opgehoogd met vele duizenden pijpenkoppen in een laag van ca. 0,50 cm.   

Doorrokers en baroniepijpen. Ca. 1930-1940. Pijpenfabriek Goedewaagen.


Polder Reeuwijk (Reeuwijkse Hout nabij surfplas) Gemeente Reeuwijk

Vroege pijpenstort begin 17e eeuw w.o. barok. Veel los materiaal, gerookt maar ook ongerookt uit de 17e, 18e en 19e eeuw.    

Barok Elisabethpijpjes. 1e helft 17e eeuw.

Grospenningen welke  gemaakt zijn door het indrukken van de ketelrand van een pijpenkop. Zou 17e eeuws kunnen zijn maar is niet helemaal zeker


Polder Reeuwijk zuidelijk van de A-12 (Gemeente Reeuwijk)

Geluidswal langs RW A-12. Stort Goedewaagen 19e/20e eeuw afkomstig van het Jaagpad. Veel gerookt en ongerookt materiaal in erg verstoorde grond (17e t/m 19e eeuw) afkomstig uit binnenstad. Ook diverse andere vondsten als tegels, aardewerk, metalen e.a.    

      18e eeuwse kleipijp met duiven (parelnaadtype), en een 18e eeuwse kleipijp met wapenschilden.


Waddinxveen/Boskoop (diverse boomkwekerijen).

Veel stadsafval materiaal, gerookt en ongerookt, 17e t/m 19e eeuw. Ook stortmateriaal pijpmakerijen uit de 17e en 18e eeuw met o.a. fragmenten  van pijpaarde beeldjes.  Verder een zeer grote pijpenstort van Frans Verzijl.       

Oranjepijpje Frederik Hendrik-Amalia van Solms. Ca. 1625

Serie van vijf stuks 18e eeuwse exportpijpen gemaakt voor Duitsland en Denemarken.


Rottegebied nabij Zevenhuizen

Het betreft hier een oude losplaats van schepen langs de Ringvaart in Zevenhuizen die men heeft uitgediept. Men kwam met zeilschepen turf  halen uit de polders tussen Gouda en Rotterdam, die voor een groot deel zijn verveend.  Veel pijpenmateriaal, vooral gerookt maar ook ongerookt, 17e t/m 19e eeuw. Nogal wat 18e eeuwse pijpenkoppen gemaakt in Schoonhoven en Gorkum.     

Een Gorkumse pijp gemaakt door pijpenmaker: Jan van Aten 18e eeuw


Turfsingel buiten de stadwallen in wijk Kort eAkkeren in Gouda

Vroege pijpenstort van Goedewaagen uit de periode 1850-1880. Ovenafval op een 2e plek met grote aantallen vroeg 17e eeuwse tegelfragmenten, honderden bakproenen en majolica afval van de Goudse plateelfabriek van Willem Verswaen. Al het materiaal is naar de Krimpenerwaard afgevoerd om er sloten mee te dempen.   



De afvoer van stortmateriaal uit Goudse pijpen- en aardewerkfabrieken

Vierkante kleipijp met Hollandse wapens. 18e eeuw  

In de loop der jaren zijn in de stad Gouda tal van stortplaatsen aangetroffen, onderzocht en er is soms over gepubliceerd  in het blad Pijpelogische Kring Nederland (PKN). Vanuit de literatuur zijn de belangrijkste concentratiegebieden waar pijpmakers waren gevestigd bekend. Globaal kan worden gesteld dat er een relatie is tussen de plaatsen waar de pijpmakers waren gevestigd en de de plekken waar storten zijn gevonden. Het is aannemelijk dat het vervoer naar deze stortplaatsen met vervoermiddelen als handkar, kruiwagen, paard en wagen of per praam of schouw gebeurde. Storten gebeurde eigenlijk overal waar opgehoogd moest worden. Door het bekende Goudse probleem van inklinking van de veenbodem, de lage ligging van de gronden, en de relatief hoge grondwaterstanden was ophoging om de zoveel tijd noodzakelijk en afval van aardewerkfabrieken was daar uitermate voor geschikt. Maar voor afval van de pijpen- en aardewerkindustrie hadden ook de  boeren rond de stad Gouda graag geld over en dit verklaart waarom er in de graslandpolders in de wijde omgeving van Gouda zoveel fabrieksafval wordt aangetroffen.  


Oranjepijpen met de voorstelling van Koning Willem III


Toemaakdek, graslanden met en zonder pijpenkoppen

Gouda ligt pal in het midden van het veenweidegebied van Zuid-Holland. Het landelijke gebied met zijn polderlandschap bestaat vooral uit graslanden. In de agrarische wereld wordt om een onderscheid te maken in percelen het begrip huiskavels en veldkavels gehanteerd. De percelen vlak bij de boerderij worden huiskavels genoemd en de percelen het verst verwijderd van de boerderij veldkavels. Het wel of niet vinden van pijpenkoppen (en ander stadsafval) in graslanden heeft een relatie met de 2 genoemde typen kavels en dit heeft uiteindelijk te maken met de vroegere manier van bemesting.

Huiskavels, de naam geeft het al aan, liggen dicht bij de boerderij. Veldkavels liggen het verst van de boerderij af. Tegenwoordig is er geen verschil in bedrijfsvoering van de 2 typen kavels, in tegenstelling tot voor 1950. Mest was voor de uitvinding van kunstmest, een schaars product. Dit temeer omdat men vroeger veel minder vee kon houden dan nu het geval is. De hoeveelheid dierlijke mest die men op het eigen bedrijf produceerde was net voldoende om de huiskavels te bemesten. Daarnaast had je nog stadscompost, organisch afval uit steden dat als meststof kon worden toegepast. In dat afval zaten allerlei meststoffen, maar ook weggegooid huishoudafval als pijpenkoppen, aardewerk, glas en metaal. In de graslandpolders rond Gouda wordt op veel huiskavels een dik toemaakdek aangetroffen in leeftijd beginnend eind 16e eeuw en eindigend zo rond 1925 hetgeen samenvalt met de opkomst van kunstmest. Het zgn. toemaken kwam als volgt tot stand: stalmest of stadscompost werd gemengd met bagger afkomstig uit de sloten en over het land uitgespreid. Dit proces werd eeuwen gehanteerd en daarmee wordt niet alleen het dikke toemaakdek verklaard maar ook de karakteristieke brede sloten, die door het regelmatige uitbaggeren in de loop der eeuwen alsmaar breder werden. Overigens is het wel vreemd dat in de stad Gouda in tegenstelling tot andere steden de aanwezigheid van beerputten vrijwel volledig ontbreekt. 35 jaar onderzoek in Gouda heeft niet kunnen leiden tot de vondst van een enkele beerput. Zou dit de reden kunnen zijn, waarom er in een aantal graslandpolders rond Gouda zoveel stadsafval is gestort?  Veldkavels werden nooit of hooguit  incidenteel bemest. Dit had tot gevolg dat er zich in de omgeving van Gouda zeer uitgestrekte arealen schrale graslanden konden vormen, ook wel blauwgrasland genoemd. Ook in de Krimpenerwaard  is  op de veldkavels weinig stadsafval gestort. Het schrale karakter wat in de vegetatie tot uiting komt, met veel bloemen en zeggensoorten, heeft als oorzaak het ontbreken van bemesting. Zo’n 10.000 hectare grasland kon zich in de Krimpenerwaard in de loop der tijd ontwikkelen tot schraalland. Op de huiskavels, waar de kleine hennepakkertjes lagen, is overigens wel met stadsafval bemest. Bodemonderzoek in het kader van de herinrichting Krimpenerwaard heeft dit aangetoond.  


Turfwinning, stadscompost en afval van de pijpen- en aardewerkindustrie

Een groot deel van de poldergebieden gelegen ten westen van Gouda tot aan Rotterdam toe is tussen de 16e en 19e eeuw verveend. Ook de Reeuwijkse Plassen zijn ontstaan door vervening. De gewonnen turf werd met schepen naar Gouda vervoerd. Een deel van die turf werd verhandeld op de Turfmarkt. De Goudse industrie was een belangrijke afnemer van turf, die ondermeer gebruikt werd voor het stoken van de pottenbakkersovens, waar ook de beroemde lange Goudse kleipijpen werden gebakken. Bekend is dat de schepen die turf gingen halen in Reeuwijk op de heenreis stadsafval (stadscompost) meenamen, dat gebruikt werd om graslanden te bemesten, maar er werd ook pottenbakkersafval en ander afval van pijpen- en aardewerkfabrieken vervoerd om er dammen mee te maken, greppels te draineren en voor het ophogen van gronden. Op vaste losplaatsen werd dit materiaal gelost en vandaar ging het materiaal verder per schouw of paard en wagen naar de eindbestemming. Ter ondersteuning kan het volgende worden aangehaald. Een gesprek met een bejaarde, inmiddels overleden  boer in Reeuwijk over dit onderwerp leverde interessante informatie op. De boer vertelde dat bedrijfsafval werd gekocht van Goudse aardewerkfabrieken waaronder pijpenfabrieken. Het afval werd zelf opgehaald bij de fabrieken. Tot aan de 2e wereldoorlog gebeurde dit door daggelders/boerenknechten per praam of  schouw of per paard en wagen, daarna met vrachtauto’s of per tractor. Met het materiaal werden dammen opgehoogd, greppels gevuld enz. Zo omstreeks 1960 was er bij de boeren geen belangstelling meer voor stortafval. Wel weer In de 70er jaren, maar nu werd het afval van de aardewerkindustrie voor slootdemping bij boeren gestort, en die kregen daar geld voor. Verschillende stortplaatsen van pijpenafval zijn in de graslandpolders rond Gouda teruggevonden, de meeste dateren uit de periode 1880 tot 1930, maar er is ook een stort bekend van Versluis uit de 18e eeuw  waarin o.a. een drietal type pijpenkoppen voorkomen bewerkt met voorstellingen van paarden in medaillons en letters ernaast. Als hielmerk het lam onder de boom. En verder natuurlijk de in verschillende graslandpolders aangetroffen 18e eeuwse pijpenstorten van Frans Verzijl, waarin vooral exportpijpen voor het buitenland werden aangetroffen.


18e eeuwse kleipijp met een eenhoorn en leeuw rondom een wapenschild.
 Maker pijpenfabriek Frans Verzijl.


18e eeuwse grospenning met het hielmerk DH


Het zal nu ook duidelijk zijn waarom bij het zoeken naar pijpenkoppen op omgeploegde percelen grasland op het ene perceel soms redelijk wat pijpenkoppen tevoorschijn komen en op het andere helemaal niets. Dit is echter niet altijd een vaste regel. In de 15e t/m 18e eeuw werd in de omgeving van Gouda nogal wat hennep geteeld. Deze teelt ten behoeve van de productie van zeil en touw voor schepen gebeurde meestal op de huiskavels op hele kleine akkertjes dicht tegen de boerderij gelegen, die daarvoor speciaal waren aangelegd. Hennep wil alleen maar gedijen bij een goede bodemvruchtbaarheid en de teelt ervan hing dan ook samen met het vooraf toedienen van een forse mestgift. Ook hierbij werd regelmatig naast mest van eigen veestapel stadsafval gebruikt, gecombineerd met bagger uit de sloten (toemaak).   

    Oranjepijp 18e eeuw Het vorstelijke
Huis van Oranie


      Germania Pax in 18e eeuwse en 19e eeuwse uitvoering

In de loop der eeuwen is de gebruiksfunctie van een aantal huis- en veldkavels veranderd hetgeen verband hield met de samenvoeging van agrarische bedrijven, de aanleg van nieuwe wegen en het bouwen van nieuwe boerderijen. Daardoor werden veldkavels huiskavels. Maar bij graslandpercelen kan (door de aanwezigheid of het ontbreken van een toemaakdek) nog steeds goed herleid worden of het vanuit het verleden om een  huiskavel dan wel veldkavel gaat.   Een vreemde uitzondering hierop vormt de polder Stein Noord ten noorden van de spoorlijn. Een groot deel van de hier liggende graslanden is natuurreservaat, in eigendom en beheer bij Staatsbosbeheer. Vrijwel alle percelen vallen onder de categorie veldkavels omdat ze veraf liggen van de boerderijen, die tegen de winterdijk langs de gekanaliseerde Hollandse IJssel aan zijn gelegen. Op een aantal van die veldkavels komt een dik toemaakdek voor waar in molshopen regelmatig 17e t/m 19e eeuwse pijpenkoppen en scherven van aardewerk worden gevonden. Het toemaakdek komt op veel percelen over de volledige oppervlakte van het grasland voor. Tijdens de aanleg van een 2-tal plasdrasplaatsen kon worden vastgesteld dat het toemaakdek begint op ca. 5-10 cm onder de grasmat en een gemiddelde dikte heeft van 20-30 cm. Aan de hand van het vondstmateriaal in de vorm van pijpenkoppen en aardewerkscherven kon worden vastgesteld dat de belangrijkste periode van stadsbemesting tussen de 2e helft van de 16e eeuw en eind van de 18e eeuw heeft plaatsgevonden. Belangrijke vragen waarvoor nog geen antwoord is gevonden zijn; wat is het vroegere gebruik van de huidige graslanden geweest in de polder Stein? Kan het zijn dat er grootschalige hennepteelt heeft plaatsgevonden? Of  was dit soms koudegrond teelt  van groente voor de stad Gouda, net zo als dit heeft plaatsgevonden in de polder Bloemendaal? Historisch onderzoek zal ongetwijfeld op termijn gaan leiden tot de uitkomst van dit vraagstuk.